Paul van Olm en Ferry van Elven in de zee bij Sardinië |
Door de granieten
Paul geeft toelichting over de geologische geschiedenis van Sardinië aan de hand van de geologische kaart |
Om de samenstelling van de steen te kunnen beoordelen moet een vers stuk worden afgehaktmet de geologsiche hamer |
We gingen die eerste reisdag door het granietlandschap van noord Sardinië op weg naar het dorpje Dorgali waar we drie overnachtingen zouden doen. Bij een stopplaats gaf Paul aan de hand van een geologische kaart toelichting over hoe dit landschap was gevormd. De granieten hier in het noorden zijn de alleroudste delen van het eiland en onderdeel van het "basement". Het bestaat uit dieptegesteente, d.w.z. dat het diep in de aarde is gestold. Dit stollingsproces gaat in dit geval heel erg langzaam waardoor grote kristallen kunnen ontstaan, de zogenaamde "eerstelingen".
Duidelijk zichtbaar de grote kristallen veldspaat, de zogenaamde "eerstelingen" |
Het rotslandschap ging wel meer leven; die ondoorgrondelijke granietrotsen waren door de erosie van die miljoenen jaren afgesleten en hier en daar ook gespleten of het ontbijtkoek was. Ik was benieuwd wat ons in de loop van deze tien dagen nog meer te wachten stond.
Een leuk hotel daar in Dorgali; de maaltijden waren bijzonder overvloedig; niet goed voor de lijn en vrijwel zonder de voor mijn gedarmte zo onmisbare vezels.
De grot van Francien
Bij de kookplaats van de prehistorische mensen |
Corbeddu |
Het gaat hier om de grot van Corbeddu, genoemd naar een bandiet die zich hier in het verleden meerdere jaren heeft schuil kunnen houden voor de carabinieri. Ik noem hem in deze blog niet voor niets "de grot van Francien" omdat zij acht jaar lang in deze grot paleontologische opgravingen heeft verricht in het kader van onderzoek naar het evolutieproces van dieren op eilanden. De grot bevatte nog steeds de onderzoekssituatie zoals die destijds is achtergelaten; de indeling in kwadranten zodat van iedere vondst duidelijk is waar deze werd gevonden was nog zichtbaar aanwezig. Bij de grote onderzoekskuil deed Francien, nu in haar rol als excursieleider verslag van het onderzoek. Leuk om haar daar zoveel jaar later enthousiast over te horen vertellen. Destijds was de bereikbaarheid van deze lokatie aanzienlijk lastiger zo werd wel duidelijk; zelfs electriciteit ontbrak en ook de communicatievoorzieningen waren destijds heel wat primitiever!
Francien geeft toelichting in "haar grot" |
Daar vlakbij was nog een grot, ook deze gingen we binnen; het heeft toch wel wat hoor om zo'n karstgebied te bezoeken; schitterend hoe het water in die schijnbaar zo harde rots zijn sporen trekt met enorme holten als gevolg.
Een Nuragisch dorp
Badhuis |
Hier in dit eerste dorpje dat we bezochten was nog een prachtig nagenoeg intact badcomplex. De ramskoppen waar het water vroeger uit stroomde waren nog goed te herkennen. De huisjes waren ook nog behoorlijk intact of anders wel geconserveerd. Ik vond het wel heel wonderlijk dat je hier zo rond kon lopen door de huisjes van dit oude prehistorische volkje alsof ze hooguit honderd jaar geleden waren vertrokken.
Basaltpijpen |
Tot slot een stukje natuur - of is dit eigenlijk ook geologie? - de grootste natuurlijke waterbron van Sardinië, de Su Gologno. Heerlijk helder water dat uit de rotsen kwam gestroomd, Ik had er zo in willen springen zo zwemzaam zag het eruit en het was ook behoorlijk warm op dat moment. Maar we moesten weer terug naar Hotel S'Adde in Dorgali.
Su Gologone, de grootste natuurlijke waterbron |
Om dit viertal "de tenoren" te noemen is een beetje benevens de waarheid; er was duidelijk een leider, een tenor inderdaad die een frase inzette waarop de andere drie, waaronder een zeer scherpe tenor, een bas en een contrabas inzetten en ritmisch in een soort vraag en antwoord met de leider verder zongen; fascinerend; die contrabas lijkt wel die laagste pijp, een drone van een doedelzak. Ik heb er helaas geen filmpje van en zou ook niet weten hoe ik dat op Youtube zou moeten plaatsen; lukt me niet meer. Maar ..... vriend Dick zond mij een link waarop de Sardijnse muziek zoals wij die hebben gehoord goed is weergegeven.
De doline van Tiscali
Roos beklimt de berg op naar Tiscali |
Het was een hele klim; tot mijn verbazing had ik helemaal geen last van hoogtevrees terwijl ik toch op stukken moest lopen die ik in vroeger tijden absoluut als "doodeng" beschouwd zou hebben. Vermoedelijk is dat nog een positief gevolg van die oversteek langs de klif vorig jaar aan de zuidkust van Kreta; dat was echt eng - zelfs Roos vond het doodeng - maar we hadden geen keus; we moesten die enge klif wel ronden. Daarbij vergeleken was deze klim en later ook de afdaling feitelijk maar kinderspel.
Boven gekomen kon ik niet anders constateren dat deze forse klim beslist de moeite waard was; een enorme doline, volop begroeid met bomen en struiken; aan de randen nog de onderkomens van de Nuragiërs van duizenden jaren geleden.
Het venster van Tiscali |
In het dorp was die avond een soort zangconcours waar we - gratis! - heen konden. Wij konden de spanning niet aan en hebben lekker met Paul en Els gebridged die avond; hadden we de kaarten iig niet voor niets meegenomen.
Su Nuraxi, de nuraghe van Barumeni
Een rij zwaluwnesten onder de dakgoot in Fonni |
Het bezoek aan de nuraghe van Barumini was overigens fantastisch; hij staat niet voor niets op de lijst van werelderfgoed. We kregen er een rondleiding door een goed Engels sprekende gids. De functie van de nuraghe was in de loop van de honderden jaren gewijzigd; hij was uitkijktoren en verdedigingswerk tegelijk en werd later als bewoning door de hoofdman van het omliggend nuraghisch dorp gebruikt.
Op de binnenplaats van de nuraghe |
Nu was er een veilige trap naar boven en al bukkend kon je er naar binnen en dan weer via een vrij steile trap naar beneden. In het "trappenhuis" was een handvat uitgehakt in één van de grote stenen. Ik vond het een roerende gedachte dat je via die steen hand in hand had gestaan met de nuraghische mens die hier duizenden jaren geleden heeft gewoond.
Op de binnenplaats was een waterput en verderop in het gebouw een zeer koele ruimte waarin een voedselvoorraad kon worden aangelegd voor als er sprake was van een belegering. Er was een aantal kleinere ruimten rondom de binnenplaats. Het is een geweldige ervaring om in zo'n oeroud maar behoorlijk gaaf gebleven bouwwerk rond te lopen.
Ons hotel lag werkelijk onder de rook van deze nuraghe. Zittend op het terras met een biertje kon je genieten van het uitzicht met nuraghe.
Obsidiaan en nog meer tekenen van vulkanisme
De oeroude obsidiaangroeve |
Na een eindje lopen bereikten we de obsidiaangroeve. Deze werd al door de prehistorische mens gebruikt. Obsidiaan is bijzonder geschikt als grondstof voor het maken van werktuigen als pijlpunten en dergelijke. Hier in de buurt schijnen dan ook smidsen te zijn waar destijds de werktuigen werden gemaakt. Wij hebben die helaas niet gezien. Maar daarom niet getreurd. Ook de romeinen hebben gebruik gemaakt van deze groeve en er zelfs een weg naartoe aangelegd. Deze weg was toevallig vorig jaar vrijwel geheel weggespoeld bij een enorme regenval. Er was nog maar heel weinig van te zien.
Paul vertelt hoe de roos van Masulas is ontstaan |
Verder bekeken we nog een plek waar dunne lava was uitgestroomd en daarbij sporen had achtergelaten die om voor de hand liggende reden "touwlave" werd genoemd.
De heilige bron van de Nuraghiërs
De opening van de afdaling naar de bron |
Ik vond het echt een magisch gevoel om van die trap af te dalen en met mijn handen in het water van de bron te gaan. Van beneden naar boven kijkend kon jet het oog boven goed zien.
Roos op de trap van de bron |
De bron maakte onderdeel uit van een Nuraghisch dorp met een voorraadschuur en ook een enorme nuraghe. Er is hier op Sardinië veel oudheidkundigs te beleven.
We reden vervolgens naar de volgende site, de Tombe dei Giganti, een vermeende begraafplaats uit de Nuraghische tijd.
Fossielendag
Prachtige fossielen in het museum |
Samen op onderzoek |
Hierna kregen we een rondleiding met een niet-engels sprekende gids over de alhier gelegen hoogvlakte waar paarden vrij rond kunnen lopen en daarom "wilde paarden" worden genoemd. Zij zijn wel van een speciale postuur, wat klein en gedrongen en hebben harde hoeven waardoor zij hier in deze stenige omgeving goed kunnen leven.
Vervolgens trokken we door - of misschien was het een dag later, ik ben de tel een beetje kwijt en schrijf deze blog vooral adhv de foto's die ik gemaakt heb - naar de via dei graptoliti, een weg die genoemd is naar een destijds spectaculaire vondst van graptolieten, kleine fossiele afdrukken van zeer primitieve meercellige dieren.
Duidelijk zichtbaar zijn de graptolieten |
Tot slot nog even naar een strandje waar de meeste groepsleden lekker hebben gezwommen. Door naar Cagliari. Iedereen ging op eigen gelegenheid de stad bezoeken en een hapje eten. Was leuk om de stad weer te zien; waren we jaren geleden en ik kon me er niets van herinneren. Station bezocht, uiteraard. En heerlijk geslapen.
Aragoniet in de grot "Is Zuddas"
Dit was wel een heel spectaculaire grot. Enorme zalen met de meest uiteenlopende druipsteenformaties. De enigszins Engels sprekende gids liet het vertaalwerk over aan Carla. Het is merkwaardig hoe weinig de mensen van dit Europese land het Engels beheersen.
Misschien iets meer dan in Spanje, maar veel scheelt het niet. Maar uiterst merkwaardig blijft het toch dat zelfs de internationale gidsen vaak geen woord Engels spreken. Maar hier in Italië waren het Francien en Carla die vaak voor tolk moesten spelen.
De specialiteit van deze grot bestaat uit de aragonietformaties. Dit is een kristallisatievorm van het in water opgeloste calcier, net als de druipsteenformaties. Het verschil zit hem in de stroomsnelheid van het opgeloste calciet. Bij aragoniet is deze zo gering dat het de capillaire werking is die het water met het opgeloste calciet stuwt, een uiterst geringe stroomsnelheid dus (als ik het goed begrepen heb tenminste). Daarmee is dan onafhankelijkheid van de kristalvorming van de zwaartekracht met als resultaat dat het kristal alle kanten op gevorm wordt; een soort egelstructuur maar soms ook heen en weer "schietende" fijne buisjes van calciet.
In deze grot is bijzonder veel aragonietkristallisatie geweest; een grote wand zit er helemaal vol mee. De geologen onder ons gezelschap waren er behoorlijk van onder de indruk. Ik vond het wonderschoon; als een soort biologische laag ervoer ik het.
Ik laat het verder in deze blog met een serie foto's van het interieur van deze grot die de lezer bij een eventueel bezoek aan Sardinië zeker niet mag overslaan. Waar deze zich bevindt is mij eerlijk gezegd ontgaan, maar er staat genoeg info over op internet.
Misschien iets meer dan in Spanje, maar veel scheelt het niet. Maar uiterst merkwaardig blijft het toch dat zelfs de internationale gidsen vaak geen woord Engels spreken. Maar hier in Italië waren het Francien en Carla die vaak voor tolk moesten spelen.
De specialiteit van deze grot bestaat uit de aragonietformaties. Dit is een kristallisatievorm van het in water opgeloste calcier, net als de druipsteenformaties. Het verschil zit hem in de stroomsnelheid van het opgeloste calciet. Bij aragoniet is deze zo gering dat het de capillaire werking is die het water met het opgeloste calciet stuwt, een uiterst geringe stroomsnelheid dus (als ik het goed begrepen heb tenminste). Daarmee is dan onafhankelijkheid van de kristalvorming van de zwaartekracht met als resultaat dat het kristal alle kanten op gevorm wordt; een soort egelstructuur maar soms ook heen en weer "schietende" fijne buisjes van calciet.
In deze grot is bijzonder veel aragonietkristallisatie geweest; een grote wand zit er helemaal vol mee. De geologen onder ons gezelschap waren er behoorlijk van onder de indruk. Ik vond het wonderschoon; als een soort biologische laag ervoer ik het.
De trots van deze grot, de wand vol aragoniet kristallen, |
Opnieuw onder de grond
Met het treintje wel 500 meter naar de mijningang. Vlnr André, Carla en Roos. |
Maar na installatie eerst op weg naar de mijn. Dat ging niet lopend maar met zo'n "lullig" treintje, voortgetrokken door een tractor. Voordat we de mijn in gingen kregen we allemaal een plastic helm. Dat bleek niet zozeer tegen het mogelijk vallend gesteente maar tegen het stoten van het hoofd; de mijngangen waren vaak erg laag.
De gids vertelt in het Italiaans |
Toelichting van hoe het er in de mijn in de praktijk toeging. |
Uiteindelijk werd deze koper - en loodmijn gesloten.
We kregen nog een rondleiding door het museum en door de ertsverwerkingsfabriek. Was best interessant zo alles bij elkaar.
Over discordanties, puddinggesteente en stromatolieten
De discordantie bij faglioni |
Maar eerst gingen we die dag op weg naar een discordantie, een geologische structuur waar twee lagen van verschillende leeftijd over elkaar heen zijn geschoven. Destijds is in Siccar point de eerste keer op overduidelijke manier een dergelijke geologische structuur ontdekt die de wetenschapper Hutton in verband bracht met de oeroude leeftijd van de aarde. Paul toonde ons nu in Nebida een duidelijke hoekdiscordantie; imposant hoor.
Puddinggesteente; gekke naam |
Aangekomen in het plaatsje faglioni gingen we lekker aan de koffie. Op weg naar de koffie wees Paul mij op het gesteente bariet, bariumcarbonaat. Onder hoge druk en met water als "smeermiddel" gaan allerlei metaalionen in oplossing en concentreren zich. Met lekenwoorden is dat het proces dat tot verrijking van gesteenten tot ertsen leidt.
Paul toont mij een streep bariet tussen het andere gesteente. Bariumcarbonaat. |
Tot slot gingen we nog even heerlijk zwemmen. Paul had nog een quizvraag voor ons. Er was hier sprake van een dal en hij vroeg ons wat we hier misten. Hij hielp ons wat op weg door als Socrates te vragen hoe een dal gevormd wordt. Ja, door water, een beek of rivier en nu zag je geen bedding meer.
Als een geologische barcode zijn de stromatoliet zichtbaar. Een fascinerend gezicht vind ik. |
Roos zette Paul en mij voor de PROIRA-blog samen op de foto terwijl we in zee zwommen.
Daarna vertrokken we naar de agriturismo; een arcadisch plekje waar we opnieuw heerlijk zouden gaan eten.
Geen nonnetjes
De bok staat geduldig aan zijn touw te wachten, stinkend en wel |
We konden terecht bij de B&B in de hoofdstraat; mooi onderkomen en direct bij de gezellige drukte in het stadje. Na ons geïnstalleerd te hebben gingen we naar de boerenmarkt en kochten daar volgens plan drie enorme uien knoflook, kersen en verderop een stuk pecorino en een gedroogde worst voor thuis.
Jonge vrouwen in prachtige klederdracht. Ik dacht vanuit de verte eerst dat het nonnetjes waren. |
Bij de kerk, op het grote stadsplein was het grote feest. Ik zag een stel jonge vrouwen en dacht heel even dat het nonnetjes waren, maar zij droegen een schitterende lokale klederdracht en waren graag bereid om even te poseren. Ook mannen in klederdracht.
De dames en heren gingen zelfs volksdansen en dat ontroerde me echt. Ik had zo'n gevoel dat we dat in NL allemaal een beetje kwijt waren. Mocht er al zoiets bestaan dan is het hooguit voor de toeristen maar hier is het nog echt onderdeel van een volksfeest.
In een hoek stonden een stel mannen te zingen met gitaarbegeleiding; ook een driedelige fluit werd bespeeld. Er werd door meerdere tenoren heel intensief gezongen. Het klonk allemaal zo "echt". Er werd ook een toneelspel opgevoerd, volgens Roos heette dat iets van Puchinelle of daaromtrent.
Volksdansen op het grote plein van Tempio |
Maar plotseling was het ook weer afgelopen en besloten we om de geplande wandeling te gaan maken. Daarover meer in een andere Blog.
Ossekarren met de producten van het land |